De kwaliteit en transparantie van onze overheid wordt mede bepaald door de kwaliteit van de informatiehuishouding. De kern daarvan wordt gevormd door het archief. Het archief is de verzamelplaats van alle informatie van een overheid (en bevat dus ook lopende zaken). In een archief worden in principe dan ook alle handelingen vastgelegd die de overheid uitvoert met betrekking tot bestuur, dienstverlening, handhaving, beheer, ontwikkeling en bedrijfsvoering. Burgers kunnen met behulp van het archief recht en bewijs zoeken. Door overheidsinformatie volgens wet- en regelgeving vast te leggen in een archief kan de overheid efficiënt, transparant en betrouwbaar werken.
Tijdens een archiefinspectie wordt namens de archivaris de informatiehuishouding van deelnemende overheden gecontroleerd. Dit gebeurt op basis van de archiefwetgeving, regionaal en lokaal beleid. Het doel van de inspectie is om in kaart te brengen waar verbeterslagen gemaakt kunnen worden die vervolgens samen met de overheidsorganisatie aangepakt worden. Doel is te komen tot duurzaam en betrouwbaar informatiebeheer. De archiefinspecteur doet dit aan de hand van nationaal vastgestelde archief-KPI’s (Kritieke Prestatie-Indicatoren). Deze zijn gebaseerd op nationale wet- en regelgeving en normen die daaruit voortkomen. Om de archiefinspecties uit te kunnen voeren krijgt de archiefinspecteur toegang tot de informatiehuishouding van de overheidsorganisatie en voert de inspecteur gesprekken met de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de zorg van het archief. Uiteraard gaat de inspecteur vertrouwelijk om met de informatie die hem wordt verstrekt.
De archiefinspectie wordt elke twee jaar uitgevoerd bij de deelnemende organisaties van het RHCe. Dit zijn 20 gemeenten in Zuidoost-Brabant en 14 intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.